Studenten lezen de teksten steeds met een pen in de hand. Dit houdt in dat zij aantekeningen en markeringen bij en in de tekst plaatsen. Ook kunnen ze vragen over de tekst in de kantlijn schrijven. Door op deze manier met een tekst om te gaan, lezen je studenten actiever en zullen ze de tekst nog beter begrijpen.
Na het lezen van een tekst ga je er met je studenten over in discussie. Hierbij denken zij na over de betekenis van de woorden en over de bedoeling van de schrijver. Studenten leggen hun antwoord uit aan de hand van bewijs uit de tekst.
In Tussen de regels lezen de studenten een tekst altijd in drie rondes:
– De eerste leesronde | Wat staat er in de tekst?
– De tweede leesronde | Hoe staat het in de tekst?
– De derde leesronde | Wat is de diepere betekenis van de tekst?